Het water tussen Zuid Amerika en Antarctica is genoemd naar Sir Francis Drake en heeft een niet al te geweldige naam. Het kan er enorm spoken of het is stilletjes. Dan lijkt het op een slapend monster.
Op 17 januari, na 8000 liter diesel getankt te hebben, varen we onder het toezicht van een pilot door het Beagle kanaal, een natuurlijke waterweg die ons naar een soort van uitgang van Zuid Amerika leidt. Na een dag varen stapt de pilot eraf en draaien we rechts af. De groep, die de 16e aan boord is gekomen, heeft ekaar dan al wat leren kennen. Maar ook hebben ze kennis gemaakt met de service die ze van de Bark Europa mogen verwachten. Altijd de koffie en thee klaar en iedere maaltijd een feest.
Als we Kaap Hoorn eenmaal gepasseerd zijn blijkt het met de wind erg mee te vallen. Er moet zelf 'motor bij'. De Drake heeft twee bijnamen: Drake Lake (amper wind) of Drake Shake (heel veel wind) Rond 21u begint het weer om te slaan. Er steekt een stevige wind op rond 6 Bf. Het schip gaat hellen en de mensen gaan zich beter vasthouden. De eerste zeezieken melden zich. Pillen worden geslikt, plakkertjes achter de oren geplakt. De wacht en roerdiensten zijn al begonnen, dag en nacht.
Voor de maaltijden, de koffie en thee is het de bedoeling dat ik als barman de nodige inspanning lever. Wat precies moet ik nog wel achterkomen want ook de dekhands doen daar aan bijdragen. De grootste uitdaging tot nu toe is er achter komen waar alles staat en het tijdschema van een hele dag. Even soepkommen pakken of pindabakjes vullen wil niet altijd soepel gaan omdat ik dan niet meteen weet waar het staat. Langzaam maar zeker gaat dat wel steeds beter.
De 2e dag op de Drake blijkt dat het slapende monster zin heeft om wakker te worden. De wind trekt nog verder aan en we halen snelheden van 8 tot 9 knots (knopen) en dat geeft een trots gevoel voor iedereen. Als barman heb ik het niet druk. Zo nu en dan een wijntje of biertje maar spannender dan dat is het nog niet. Het enige dat we willen is zo snel mogelijk bij de eerste eilanden, de Zuidelijke Shetlandeilanden, aan te komen. De onzichtbare convergentie lijn zijn we al voorbij. Deze lijn die maar een paar km breed is geeft het verschil aan in het Noordelijke oceaanwater en het Antarctische water. Temp wordt veel lager en het water wordt zouter.
Op dag 3 blijkt het arriveren bij de eerste eilanden werkelijk te gaan worden. De wind trekt nog meer aan en we halen maar liefst 11 knopen met het schip! Het aanbod om te gaan waterskieen gaat echter niemand op in. Schatting is dat we rond dinner tijd arriveren bij Yankee Harbour.. Iedereen is gespannen. Iedereen is er klaar voor.
Ik ga kijken of er nog genoeg koffie en thee in de kannen zit...